Spraakapraxie
Je zou het een worsteling met het formuleren van woorden kunnen noemen. De aandoening heet spraakapraxie. Bij woorden komen niet automatisch de bijbehorende klanken en uitspraak naar voren. De hersenen zetten het niet allemaal goed op een rijtje, zou je beeldend kunnen zeggen. Patiënten blijven zoeken naar wat ze willen uitdrukken, maar het lukt ze niet de woorden te vinden. Taal wordt daardoor te complex. De oorzaak is hersenletsel. Een logopedist kan onderzoek doen, zo nodig doorverwijzen en verder een behandelplan opstellen. Daarbij worden ook mensen rondom de patiënt nauw betrokken om te zoeken naar mogelijkheden voor communicatie.
Iemand met a
Als je spraakapraxie hebt, kun je niet goed de klanken en uitspraak vinden van een woord dat je wilt zeggen. De oorzaak hiervan is hersenbeschadiging. Een logopedist kan onderzoek doen. Die kan je helpen om beter te praten. En adviezen geven aan de mensen om je heen.
Met welke problemen kun je terecht bij een logopedist?
Misschien herken je een van de problemen hieronder.
- Je zoekt steeds naar de uitspraak van een woord dat in je hoofd zit. Het kunnen steeds andere woorden of klanken zijn die problemen geven.
- Heb je ernstige spraakapraxie? Dan kun je soms helemaal niet meer praten.
Hoe kan een logopedist je helpen?
De logopedist onderzoekt eerst je spraak, verstaanbaarheid, en hoe je de spieren in je mond gebruikt. Ze stelt vast of je wel of niet spraakapraxie hebt. Misschien verwijst ze je naar een specialist voor extra onderzoek. Daarna maken jullie samen een plan. De logopedist kan de volgende dingen voor je doen:
- Therapie met muziek. Misschien komt hier ook een muziektherapeut bij.
- Heb je veel last van spraakapraxie? Dan zoekt de logopedist met jou een andere oplossing. Bijvoorbeeld:
- een gebarensysteem.
- een app of een apparaat waarmee je kunt communiceren.
- De logopedist adviseert mensen in je omgeving over hoe zij jou het best kunnen helpen met communiceren.
praxie heeft moeite om complexe handelingen uit te voeren. In sommige gevallen kan een handeling wel geïmiteerd worden, maar niet op verzoek herhaald worden. Vaak lukt het beter als de handeling spontaan, zonder erbij na te denken, uitgevoerd wordt. Meestal slaagt iemand met apraxie er niet in om verkeerd uitgevoerde handelingen, of een verkeerde volgorde van handelingen, te corrigeren.
Bij een verbale apraxie kan het schema voor het programmeren van de spraak niet meer goed worden gebruikt. De spieren werken nog goed maar het aansturen van de spieren geeft problemen. De oorzaak van dit probleem is hersenletsel, zoals een beroerte, een trauma door een ongeluk of een hersentumor.
Het meest opvallende kenmerk bij verbale apraxie is het voortdurende zoeken naar de juiste articulatieplaats van klanken. Het zijn niet altijd dezelfde woorden of klanken die problemen geven. Vaak worstelt iemand om het juiste woord te kunnen produceren, merkt dat het mis gaat, worstelt opnieuw en kan op deze manier steeds verder van het bedoelde woord afraken.
De ernst van verbale apraxie kan variëren van helemaal niet meer kunnen spreken tot lichte articulatieproblemen die slechts zo nu en dan optreden. Verbale apraxie kan ‘geïsoleerd’ voorkomen, of samen met een afasie of een dysartrie.
Wat doet een logopedist?
De logopedist onderzoekt de spraak, de verstaanbaarheid en de mondmotoriek van de iemand met een mogelijke verbale apraxie en stelt een diagnose. Nader onderzoek door een medisch specialist kan nodig zijn.
In overleg met de cliënt stelt de logopedist een behandelplan op. Voor de behandeling van verbale apraxie bestaan diverse behandelmethoden. Soms wordt er therapie aangeboden met behulp van muziek (al dan niet in samenwerking met een muziektherapeut), om de spraak weer op gang te helpen. Bij een ernstige verbale apraxie wordt vaak zo snel mogelijk ook een alternatief communicatiemiddel gezocht, afhankelijk van de mogelijkheden van de patiënt.
Voorlichting is een belangrijk onderdeel van de behandeling. De logopedist zal mensen in de omgeving van de patiënt adviezen geven over de beste manier om de communicatie (het spreken) te ondersteunen en te stimuleren.